zijn dirigeerstokje kwijt zijn 1.0
het vermogen verloren hebben om leiding en richting te geven
Algemene voorbeelden
Nog nooit is de massa zo weinig massa geweest als tegenwoordig. De gewezen regisseurs van het menselijk gedrag - ouders en familieleden, de dorpspastoors, de leiders van de jeugdbeweging, de politici, de vakbondsvoorzitters, de bedrijfsdirecteurs... - zijn hun dirigeerstokje kwijt.